Geloften van zelfonthouding omvatten het zich onthouden van geweld, leugen en bedrog, diefstal, onkuisheid, hebzucht. (Patanjali 2-30)
“Vanaf vandaag eet ik geen vlees meer”, vertelde ik mijn
moeder op mijn twaalfde. Onderweg naar school was ik langs de slager gelopen.
De deur van de slachterij stond open en ik had vol afschuw het vlees aan grote
haken aan het plafond zien hangen. Het bloed liep er uit en stroomde naar het
dichtstbijzijnde putje. Mijn moeder nam mijn besluit niet zo serieus en stopte
nog steeds blikjes Smac in de macaroni. De brokjes peuterde ik er vervolgens
demonstratief met mijn vork een voor een uit en legde ze aan de rand van mijn
bord. Het was het begin van mijn vegetarische periode.
Wat gebeurt er eigenlijk als je vlees eet? In haar boek Alle leven is Yoga gaf De Moeder mij
daar onlangs antwoord op: “In meerdere of mindere mate slik je samen met het
vlees iets van het bewustzijn van het
dier in dat je eet.” Dat is niet zo erg als het lijkt. Onze verre voorouders
hadden rauw vlees nodig, waar ze kracht uit konden halen. Langzamerhand werd
het vlees op andere manieren bereid en kwam er bij sommige mensen de behoefte
om over te schakelen op voedsel dat minder dierlijk is. Maar dat hangt volledig
af van je eigen bewustzijnstoestand. En niet omdat het wordt voorgeschreven.
De voorschriften voor een Yoga leven (zoals die zijn
opgeschreven door Patanjali in de Yoga Sutra’s) bestaan uit Yama’s en Niyama’s
(morele principes en idealen). Het eten van vlees wordt hier niet expliciet in
genoemd. Wel het belang van geweldloosheid en zuiverheid. Toen ik 10 jaar later toch weer af en toe een
stukje vlees at, was dat het waar ik onbewust (ik was toen nog niet met Yoga
bezig), op lette. “Het beest moet in ieder geval een goed leven hebben gehad en
ik vind het belangrijk dat het puur vlees is, zonder toevoegingen.” Daarbij
vond ik het ook belangrijk dat als ik dan een stukje vlees of vis had, ik er
ook echt van genoot en het niet naar binnen propte.
“Als je intensief Yoga gaat beoefenen, zal de behoefte aan
vlees of vis waarschijnlijk afnemen”, werd mij verteld toen ik startte met de
Yoga docentenopleiding. Dat leek me niet zo moeilijk, maar ik was wel benieuwd
naar het waarom. Ook hierop gaf De Moeder in haar boek antwoord: “Er zijn
soorten voeding die het lichaam helpen om fijnstoffelijker te worden en andere
waardoor het in een staat van dierlijkheid blijft verkeren. Het is echter pas
op dat punt dat voeding belangrijk wordt, niet eerder, en voor je zover bent
zijn er heel wat andere dingen te doen. Het is beslist beter je mentale en je
vitale te zuiveren voordat je erover denkt je lichaam te zuiveren. Anders zal
je lichaam er alleen maar zwak door worden.”
En dat was precies wat ik regelmatig om me heen zag. Mensen
die uit evenwicht raakten omdat ze geen vlees of vis meer aten, terwijl hun
lichaam dat nog wel nodig had. Of mensen die steeds magerder werden, omdat ze
hadden gelezen dat je toestand van ontvankelijkheid wordt vergroot door te
vasten. “Als je eet, vul je je maag voor twee derde en een derde hou je vrij
voor de god Shiva”. Maar beschikt je fysieke lichaam over weinig reserves en
wordt het verzwakt door te weinig eten, dan raak je uit evenwicht. Zeker als je
nog niet in staat bent om over te schakelen op voeding van subtiele energie.
Het “Leven van de liefde”, zoals dat wel eens mooi wordt omschreven.
Reacties
Een reactie posten