Geloften van zelfonthouding omvatten het zich onthouden van geweld, leugen en bedrog, diefstal, onkuisheid en hebzucht. Zuiverheid, tevredenheid, onthouding, zelfstudie en overgave aan God vormen te zamen het naleven der geboden. (Patanjali, 2-31,32)
Een jonge Sannyasin ging naar een woud. Lange tijd mediteerde hij daar en beoefende hij yoga. Na jaren van inspanning zat hij op een dag onder een boom, toen er droge bladeren op zijn hoofd vielen. In de boom zelf waren een kraai en een kraanvogel aan het vechten. De jongen werd boos: “Wat!!! Zijn jullie zo brutaal om die dorre bladeren op mijn hoofd te laten vallen…” Een straal van vuur (hij was al zo groot dat hij over deze siddhi beschikte) kwam uit zijn hoofd en verbrandde de vogels.
De jongen was trots op wat hij bleek te kunnen. En een paar dagen later ging hij naar het dorp om te bedelen. “Moeder, geef mij voedsel”, riep hij tegen de gesloten deur. En de vro,uw antwoordde: “Wacht even jongen.” En de jongen dacht: “Jij vervloekt wijf, hoe durf je mij te laten wachten”. Er kwam een stem uit het huis: “Jongen, denk niet te veel aan je zelf, hier zijn geen kraai en kraanvogel.” Hij was verbaasd en bleef wachten totdat de vrouw naar buiten kwam. “Hoe wist u dat?”, vroeg hij terwijl hij aan haar voeten lag. “Ik weet niets van yoga, of je oefeningen. Ik ben maar een gewone vrouw. Ik heb je laten wachten omdat mijn man ziek is en ik hem moest helpen. Dat is mijn plicht. Zo heb ik mijn hele leven mijn plicht gedaan: tegenover mijn ouders, mijn kinderen en nu mijn man. Maar door het doen van mijn plicht, ben ik verlicht geworden. Zodoende kon ik je gedachten lezen en wist ik wat er in het woud was gebeurd.” En ze verwees hem door naar de stad, waar een Vyadha woonde, die hem echt verder kon helpen.
Op de markt in de stad vond hij de grote, dikke Vyadha die met flinke messen vlees stond te snijden, terwijl hij praatte en onderhandelde. De jongen dacht: “Is dit de man die mij iets kan leren?” En de Vyadha keek op en zei “O Swami, heeft de dame je gezonden. Ga zitten tot ik klaar ben met mijn taken.” Ook hier moest de jongen weer wachten. Hij mocht met de Vyadha mee naar huis. Waar de Vyadha zijn oude vader en moeder waste en hun te eten gaf. Pas toen vroeg hij de jongen: “Wat kan ik voor u doen?” En hij vertelde hem onder andere over de Vedanta. De jongen luisterde ademloos en vroeg na afloop: “Waarom bevindt gij u in dit lichaam? Met zoveel kennis hoef je toch niet meer zoveel vuil en akelig werk te doen?” Waarop de Vyadha antwoordde: “Geen enkele plicht is akelig, geen enkele plicht is onrein. Door mijn geboorte ben ik in deze omstandigheden en dit milieu geplaatst. Toen ik een jongen was leerde ik de handel. Ik ben vrij van gehechtheid en ik tracht mijn plicht goed te vervullen. Als gezinshoofd, maar ook om mijn vader en moeder gelukkig te maken. Ik ken uw yoga niet, ik heb me niet teruggetrokken in een woud.”
En hij vervolgde over een wijze in India, een groot yogi. De man wil niemand les geven. Als men hem een vraag stelt, antwoordt hij niet direct, pas dagen later. Hij vertelde eens het geheim van werken: “Laat uw doel en middelen een zijn. Wanneer ge een werk verricht, denk dan niet aan iets daarbuiten. Verricht het als een heilige handeling, als de hoogste vorm van aanbidding en wijd, zoals het werk duurt, er uw gehele leven aan.
In bovenstaand verhaal deden de Vyadha en de vrouw met opgewektheid en met hun gehele hart hun plicht en gevolg was dat ze verlicht werden. Dit bewijst duidelijk dat in ieder levensfase de juiste vervulling van onze plichten zonder gehechtheid aan de resultaten, ons tot de hoogste verwerkelijking van de volmaaktheid der ziel brengt. Om jezelf hier te ontwikkelen is er in het raja yogaprogramma ruime aandacht voor de yama's en niyama's: de morele principes en idealen. Meer hierover kun je lezen in de Yoga sutra's van Patanjali (deel 2, 31-32)
Reacties
Een reactie posten