Abhinivesah is de krachtige begeerte om in te leven te blijven die zelfs de geleerden (of de wijzen) beheerst. (Patanjali 2-9)
"Als je te horen krijgt dat je niet lang meer te leven hebt, zoals ik, dan kom je tot een besef dat je eigenlijk je hele leven in een speedboot hebt gezeten. Hard varend met de blik op de horizon, op wat nog komen gaat en wat je nog allemaal zou willen. Hoofdzaken zijn bijzaak. Maar dan opeens wordt de speedboot een roeiboot. Je kijkt niet meer vooruit, ziet de golfjes die je boot achterlaat. Bijzaken worden hoofdzaak." In wellicht iets andere bewoordingen was René Gude aan het woord in het televisieprogramma Kijkers in de ziel. En ik besefte dat wat hij beschreef de transformatie in de levenshouding van de yogabeoefenaar is. Die beseft dat je niet tot het einde hoeft te wachten om echt te gaan leven.
De dood is iets waar we het liever niet over willen hebben. De angst voor de dood is de grootste angst van de mens. Het is het grote onbekende, we weten niet wat daar is. Of daar nog iets is, of onze ziel echt onsterfelijk is. We zijn gehecht aan het leven, aan de vorm. En aan de mensen die we liefhebben en achter moeten laten. Of misschien zit er diep in ons onderbewuste nog een vage herinnering aan de gruwelijke wijze waarop we in een vorig leven zijn gestorven. En dan is daar waarschijnlijk nog de vraag die we van oudsher meedragen: kom ik - mijn leven overziend - in de hemel of in de hel terecht?
Ter voorbereiding op het kerstfeest ging ik op zoek naar een passend kerstverhaal. "Dat kerstverhaal is ieder jaar hetzelfde", mopperde mijn zoon jaren geleden. En hij had gelijk: de kerstgedachte zit in zoveel meer dan in de geboorte van Jezus Christus. Zo kwam ik vorig jaar op een verhaal van Godfried Bomans over een witte kerst. Alles was perfect, totdat er een vreemdeling voor de deur stond en werd weggestuurd. "We laten ons lekkere etentje toch niet verpesten door zo'n zwerver?" Vroeg de hoofdpersoon zich af. Dit jaar ging het verhaal over een kerstmaal in de hemel en in de hel. Het eten was hetzelfde: heerlijk. Het vervelende was dat de aanwezigen geen armen en handen hadden, maar lange vorken. In de hel ontstond er boosheid, haat en nijd. In de hemel een heerlijk samenzijn: ze gingen elkaar voeren!
"Vandaag kunnen we op zoek gaan naar het tijdstip van ons overlijden", was het voorstel in de yogales. Door een samyama te verrichten op je karma, of dat van een ander kun je een beeld krijgen hoe het leven hier op aarde zal verlopen. "Wil ik dit wel weten?" stelde ik me zelf de vraag. En wat zal er veranderen in mijn levenshouding als ik dit weet? Stap ik dan nog vaker uit mijn speedboot over in mijn roeiboot? Worden hoofdzaken voor mij bijzaken en bijzaken hoofdzaken? Is er iets wat ik echt nog zou willen doen? Of wat ik zou willen nalaten aan de wereld? Een bezielde schepping? En toen besefte ik weer wat mijn dharma is: mensen uit te nodigen om wat vaker uit de speedboot te stappen en in hun roeiboot plaats te laten nemen. Door yoga te beoefenen.
Reacties
Een reactie posten