Antahkarana chatushtaya is geformeerd uit de sattvische delen van de vijf tanmatras (subtiele elementen), afgeleid van de grove elementen: ether, lucht, vuur, water en aarde. Uit deze sattvische delen is het innerlijk orgaan geformeerd, antahkarana met zijn viervoudige kenmerken: manas, het mentale vermogen tot voorstelling en begripsvorming; buddhi, intellectueel vermogen of de rede die leiding geeft aan het denken; ahamkara, het besef van individualiteit of egoisma; citta, denkstof van herinnering en emotie. (Wetenschap van de ziel, Swami Yogeshvarananda Sarasvati, hfdst. 3)
Wat is de essentie van het yoga concept? In de sutra's en veda's zijn enkele korte verzen te vinden die samen een dieper verhaal verbergen over ons. Wie zijn wij echt, waar komen we vandaan en waar gaan we heen? Doordat de verzen maar heel kort zijn vraagt het een lange weg om ze steeds meer te doorgronden. Het is alsof we een olifant aan het verkennen zijn, maar we zien slechts kleine stukjes. Een stukje van de poot, puntje van de staart of een deel van de oren. Met de kennis die we van dieren hebben kunnen we nog niet vaststellen wat het werkelijk is. Pas nadat we voldoende punten ontdekt en verkend hebben ontstaat langzaam een vorm. Het concept olifant als een soort van schets. In eerste instantie kunnen we het nog niet geloven als we nog nooit een olifant ergens gezien zouden hebben. Pas wanneer we er een zien geloven we het pas echt.
Dit lijkt erg op het onderzoeken van het antakarana, of het subtiele innerlijke orgaan. In eerste instantie niet waar te nemen, maar door er naar op zoek te gaan, het te verkennen en te herkennen bij mensen die het af en toe laten zien wordt het beeld toch completer. Hoe ben ik eigenlijk als ik als een geheel functioneer? Heb ik daar ervaringen mee? En zo ja hoe kan ik dat vervolgens weer herstellen?
Langzaam kom je er achter dat het eigenlijk heel normaal is en dat er door bij jezelf terug te kijken er zeker wel momenten zijn dat je in die toestand was. Bij mezelf kon ik dit duidelijk zien bij momenten dat ik met dansen helemaal op ging in de muziek. Er was op dat moment geen besef meer van de omgeving of andere zaken. Geen verstorende gedachten. Het enige wat er gebeurde was dat mijn lichaam helemaal mee ging met de energie van de muziek. Ik was een met de muziek. Blijkbaar was het zo natuurlijk dat de mensen dat waarnamen en begonnen te applaudisseren. Later kwam er een klein meisje naar me toe en die vroeg: "Meneer, bent u dansleraar?" Op dat moment ontdekte ik dat ik deze toestand van antakarana ook in mijn werk en privé leven realiseerde. Gehele periodes als projectleider in samenspel met het team of bij het geven van een presentatie over mijn vakgebied. Maar de krachtigste ervaringen zijn eigenlijk nog het lekker vrij buiten in de natuur spelen met onze kinderen en ons hondje.
In heilige teksten wordt ook verwezen naar dit verschijnsel. In de moderen psychologie is het beschreven als in flow zijn. Het gehele yoga systeem is er vervolgens op gericht om dit antakarana tot stand te brengen. De integratie van de drie belangrijkste energielichamen die daardoor als een geheel functioneren. Je doet spontaan wat je denkt en je denkt wat je aan neigingen voelt (waar je op dat moment zin in hebt of enthousiasme voor voelt). Pas wanneer we deze innerlijke integratie weer tot stand hebben gebracht zijn verdere ontwikkelingen en vermogens mogelijk. Nu is het als yogabeoefenaar dus de taak om te gaan onderzoeken wat dit antakarana is en hoe je dat vervolgens tot stand kan brengen. In de teksten worden vele aanwijzingen en verklaringen gegeven door te denken en werken vanuit energie. Energie centra (chakra's)' lichamen en stromingen (prana's).
Door de mens als een integraal energie systeem te beschouwen, dat in de meeste gevallen nog niet helemaal goed doorstroomt, wordt duidelijk waarom we niet eenvoudig in staat om in antakarana te komen. De energie blokkeert op een of meerdere punten. Er ontstaan zelfs op zich zelf functionerende delen in ons (nirmanakaya's).
Terug naar de olifant. Als ik me blijf blind staren op de staart van de olifant, zal ik nooit de hele olifant kunnen zien. En als ik (tijdens het dansen) ga denken dat ik inderdaad wel dansleraar zou kunnen worden, dan zal geen kind mij meer als dansleraar herkennen.
Reacties
Een reactie posten