Het Geziene (de objectieve kant van de manifestatie) wordt gevormd door de elementen en de zintuigelijke organen, heeft de aard van inzicht, werkzaamheid en stabiliteit (sattva, rajas en tamas) en heeft ten doel (Purusha) ervaring en bevrijding (te schenken). (Patanjali 2-18)
“Ik dacht dat jij zo’n goede wielrenner was, vroeger”, schreeuwde dochter Rosalie naar me. Terwijl we met stevige tegenwind aan het fietsen waren. De wind sneed mijn adem af en ik had zweetdruppels op mijn voorhoofd staan. Ik grijnsde maar, dan hoefde ik niet te praten. Vroeger was zo’n 15 jaar geleden. Ik was een enthousiaste sporter. Deed aan wielrennen, hardlopen en zwemmen. Totdat ik yogales ging volgen en langzamerhand steeds minder behoefte had aan andere activiteiten. Eerste stopte ik – na een fikse blessure – met hardlopen, toen vond ik dat ik niet genoeg tijd had om nog uren op de racefiets te zitten in het weekend. En ten slotte moest ook het zwemmen er aan geloven: ik kreeg een hekel aan de chloorlucht. Wat overbleef was Yoga.
Was mijn conditie dan zo achter uit gegaan? Richtte ik me misschien te veel op de hogere stappen, zoals meditatie, in de Yoga en besteedde ik te weinig aandacht aan de fysieke oefeningen? “Ik ga alvast vooruit, zie je zo wel”, schreeuwde dochter Rosalie. Ze zette even aan en ik zag haar langzaam verdwijnen. Er bleef niets meer over dan een stipje in de verte. Een stipje waar mijn blik op bleef hangen. Het kostte haar geen enkele moeite. Toen besefte ik opeens wat er aan de hand was. En het had alles te maken met de ziener, het zien en het geziene object. En waarschijnlijk niets met mijn conditie. Ik zat immers regelmatig op de fiets en haalde heel wat mensen in. Zingend.
En dat zingen kan eigenlijk alleen als je de toeschouwer wordt van jezelf. Je kijkt toe op je lichaam die een fysieke inspanning doet om vooruit te komen. En beseft dat je dat lichaam niet bent. Je kijkt toe op de zweetdruppels die op je voorhoofd staan en beseft dat die ontstaan zijn door de fysieke inspanning, maar dat je dat niet bent. Je kijkt toe op je frustratie dat je niet zo hard rijdt als je dochter. Maar je bent je frustratie niet. Je kijkt toe op de gedachten die langskomen “het is nog zo ver”, “ik heb last van mijn knie”, “Iedereen fietst harder”. En beseft dat je die gedachten niet bent. Wat overblijft is de toeschouwer, je zelf.
"Ik ben die ik ben.' Het waren slechts vijf woorden, die ik ingegeven kreeg tijdens de meditatie. De woorden die Mozes kreeg ingefluisterd vanachter een brandende bramenstruik. De woorden die je op verschillende manieren kunt interpreteren. Zo gaat het niet om wat je doet, maar wie je bent en hoe je de dingen doet. En bij "ik ben wie ik ben", ontstaat er een gevoel van alles, van eenheid. Want als ik ben wie ik ben, ben ik net als al die anderen die zijn die ze zijn. Ongeacht persoonlijkheid, uiterlijke kenmerken, ras of religie. Een krachtige verbondenheid. En als ik mediteer op "ik ben die ik ben", dan lijk ik los te komen van mijn ego. En kun je de kracht voelen van het "niet doen", maar "zijn".
Het zat me toch niet lekker en ik probeerde te achterhalen wat er aan de hand kon zijn, tijdens ons fietstochtje. De inzichten kwamen al snel… de fiets waar ik op zat, was een huurfiets. En niet mijn eigen fiets. Dat voelde ik aan alles. Het klikte niet tussen de fiets en mij. En wat ook een rol speelde was mijn ego. Die een flinke knauw kreeg, toen bleek dat dochter Rosalie wel met gemak tegen de wind in kon beuken. Ik liet mijn schouders hangen en gaf het op. Vol zelfmedelijden kwam ik aan. Pas later beseffende dat dit een mooie yogales was geweest. Een les in de baas worden over mijn gedachten, mijn emoties, mijn energie en mijn fysieke lichaam.
“Met zulke sterke benen”, had ik toch wel wat harder gefietst. Achter me hoorde ik een groep wielrenners aan komen en eentje besloot iets naar mij te roepen. Het was nog vroeg en ik was onderweg naar mijn werk, op de fiets van mijn zoon. Lekker toerend tussen de weilanden door met een zonnetje op mijn gezicht. De opmerking van de mannen raakte me en ik besloot niet op mijn kop te laten zitten. “Wat nou”. Ik zette aan en won de Tour de France (bijna).
Reacties
Een reactie posten