"Een God is niet voldoende, u bent allemaal God, zegt de vedanta" (Swami Vivekanada, zeven lezingen, hoofdstuk 1)
"Kijk, en dan heb ik hier wat Godjes aan de muur hangen. Dat staat wel leuk, vind ik zelf met al die kleuren. En sommige leerlingen blijven er even bij staan kijken." De yogaleraar gaf mij een rondleiding in zijn nieuwe yogastudio. "Dag schat, heb je lekker kunnen ontspannen", riep hij tussendoor naar de cursist die de yogamatjes had schoongemaakt en de studio had opgeruimd. Het zag er piekfijn in orde uit, de dames gingen met een glimlach op hun gezicht ontspannen naar buiten. En toch klopte er iets niet, voor mijn gevoel.
Ik was opgegroeid met God. We gingen op zondagochtend naar de kerk, zaten op een katholieke school, groeiden op met de tien geboden, prevelden een gebed voor het eten en lazen soms in de bijbel. Ik deed mijn communie, volgde catechesatielessen en werd op mijn twaalfde gevormd. Zo hoorde het. Ik genoot van de verhalen die de pastoor vertelde, ik mocht blokfluit spelen bij de kerstmis, was zo af en toe misdienaar en toen ik wat ouder werd ging ik op vrijdagavond naar de kerksoos. En toch klopte er iets niet.
God sprak niet tot mij in de kerk, maar als ik in de vlam van een kaars zat te staren, en die God vertelde mij niet wat ik moest doen, maar wie ik eigenlijk ben. Zomers gingen we met de boot op vakantie. Drie weken lang rondvaren in Nederland. Ik zat dan voorop, met mijn voeten in het water. En was er van overtuigd dat God mij tekens gaf. Dat hij mij een brief schreef met de stralen van de zon die in het water verschenen. Met niemand sprak ik hierover. Dat was iets tussen God en mij. Het gaf me wel vertrouwen, toen al.
Van de katholieke kerk nam ik afscheid op mijn 12e jaar. Ik had vraagtekens bij al die beelden, al die geboden, al die oorlogen die omwille van het geloof werden uitgevochten. Er klopte iets niet, de mensen hadden het helemaal verkeerd begrepen. Of toch niet? Want de tekens bleven komen. In liedteksten, in literatuur, maar ook als ik mijn ogen sloot. Op een dag was ik naar een mantra aan het luisteren en zag ik opeens sanskriet tekens voor me. Ze bleven terugkomen, maar ik kon ze niet ontcijferen. Frustrerend. Later kreeg ik een diamant in diepe meditatie te zien. Ook naar de betekenis hiervan ging ik op zoek. Het leverde diepgaande inzichten op.
Yoga bracht me uiteindelijk weer terug bij een geloof. Een geloof dat er iets is. Het werd en is nog steeds een zoektocht.
Reacties
Een reactie posten