Het gebrek aan werkelijkheidsbesef, het gevoel van "ik-ben-heid"of egoisme, het gevoel van aangetrokken te worden tot en afgestoten te worden van de objecten en het krachtige verlangen te leven (in een lichaam) zijn de grote bezoekingen of oorzaken van alle ellende in het leven. (Patanjali 2-3)
“Sorry, mag ik hier zitten?” Ik keek de man even aan die tegen het raam aangedrukt op het bankje in de metro zat. Hij had wel wat weg van Mr. Bean. Naast hem was de enige plek die nog beschikbaar leek. Andere mensen hadden demonstratief hun tas naast zich neergezet, of waren zo breed gaan zitten dat er echt geen medepassagier bij kon. “Ja, graag”, mompelde hij verlegen en richtte zijn aandacht direct weer op zijn grote aktetas, waar een banaan uit te voorschijn kwam. De banaan werd van de schil ontdaan en in 1 keer naar binnen gewerkt. Verbaasd keek ik toe.
Terwijl de metro vertrok keek ik nieuwsgierig om me heen naar de andere reizigers. De meeste mensen waren druk bezig met hun telefoon. Ze zaten voorovergebogen te staren in het beeldscherm en driftig te tikken. Er waren een paar toeristen die een selfie maakten van de metro. Er las iemand een krant, er luisterde iemand naar muziek en er staarde een jongeman met een petje op uit het raam. Hij stond naast een fiets met kinderzitje en ik vroeg me af of hij op zijn leeftijd al vader was. Maar vragen durfde ik niet. Dat doe je niet in de metro.
Naast me hoorde ik Mr. Bean zuchten en ik keek op zij. Hij zat wat onderuit gezakt. Geruit overhemd, smoezelige broek, wat verwarde haren. Mijn blik viel op een formulier dat hij op zijn schoot hield en met potlood aan het invullen was. “Bent u eenzaam?” was de vraag. En hij had aangekruist “heel vaak”. De volgende vraag was “Denkt u wel eens na over uw dood / of over zelfmoord?” Hij hield zijn potlood bij de mogelijke vakjes die aangekruist konden worden: nooit, soms, regelmatig, vaak en heel vaak. Ik wachtte vol spanning af. Hij koos uiteindelijk voor “heel vaak”.
In mijn herinnering ging ik terug naar het moment dat ik ook een dergelijk formulier moest invullen. Door omstandigheden was ik flink uit balans geraakt en bezocht ik een psycholoog. Thuis op de bank vulde ik het formulier in en de tranen liepen over mijn wangen. Later besefte ik dat ik aan het wroeten was in mijn karma. En dat ik veel overhoop haalde. Dat was ook nodig om “de kast weer opnieuw in te richten”, zo vertelde de psycholoog mij. Gelukkig was deze psycholoog er een die niet alleen mij mijn stoornis uit het DSM-boek ging voorleggen, en daar ellenlange gesprekken over ging voeren. Maar mij vooral ook terug bracht bij mijn ziel. En adviseerde om me verder in de yoga te verdiepen. Ik ben nog steeds dankbaar voor het hele proces dat ik onder haar begeleiding heb mee kunnen maken.
Terug naar Mr. Bean. Ik was gedurende de metrorit in zijn huid gekropen. En voelde zijn eenzaamheid. Ik wilde niets liever dan even een arm om hem heen slaan, om hem te troosten. En te laten weten dat ook al voel je je eenzaam, je altijd in verbinding kan staan met iets dat veel groter is. En te laten zien dat ook de mensen die in de metro druk bezig zijn met hun telefoon, zich misschien wel net zo afgescheiden voelen van de ander als hij. Ook al staan ze altijd online. Ik besloot hem energetisch zachtheid en medeleven te zenden. Vanuit mijn hart. Hij borg zijn formulier en potlood op in zijn aktetas. Was het suggestie of kwam hij echt wat dichter bij me zitten?
Reacties
Een reactie posten