De lichaamshouding moet vast en evenwichtig en gemakkelijk zijn (Patanjali 2:46). Door ontspannenheid van de inspanning en door meditatie op het "eindeloze" gaat men de lichaamshouding beheersen (Patanjali 2:47)
De zweetdruppels stonden op zijn voorhoofd, een grimmig vertrokken gezicht. Hij deed een poging om de ustrasana te doen tijdens de yogales, een achteroverbuiging die hem niet gemakkelijk af ging. "Jezus", riep hij uit en de stilte was verbroken. Er werd wat gegiecheld en er was een andere jongen die met een afkeurende stem zich nog eens afvroeg: wat zeg jij nou? Ik liet het even gebeuren en kwam toen tot het besef dat deze jongeman in de yogales het had begrepen. Onbewust weliswaar.
"Ik hoorde zojuist in mijn linkeroor iemand om hulp vragen aan Jezus", begon ik mijn uitleg. "En dat is nu precies wat je leert van de oefeningen in de yoga die je lastig vindt. Je kunt het op wilskracht proberen, maar als je je over geeft, ontspant en het langzaam laat gebeuren, ben je pas echt met yoga bezig." "Ooh sorry, het was er uit voordat ik het doorhad, angela", fluisterde hij met een zachte stem. Hij voelde zich duidelijk wat ongemakkelijk bij dit alles. "Aah, ook dat is yoga, je intuitie volgen. En als jij voelt dat Jezus aangeroepen moet worden, dan doe je dat."
Terug naar de perfecte asana. Jaren geleden wenste ik om de hoofdstand te kunnen. Het leek me een geweldige ervaring om de wereld op zijn kop te zien en een bijzondere gewaarwording om mijn hart boven de rest van mijn lichaam te voelen. Maar ik was bang, bang om te vallen, bang voor een blessure aan mijn nekwervels. De wens werd groter en de uitdaging maakte ik kleiner. Wekenlang begon ik de dag met alleen maar even mijn kruin op het yogamatje te plaatsen. Ik zag het al voor me hoe het uiteindelijk zou worden en riep iedere keer de sanskrietnaam van de asana aan. Langzamerhand werd het stabieler en kon ik tegen de muur 10 seconden op mijn hoofd staan met ingetrokken benen. De eerste keer "los" staan gaf zo'n gevoel van euforie, dat ik direct om viel. Nog steeds is het mijn favoriete asana om een yogasessie te beginnen of te eindigen.
Een asana is goed uitgelijnd en moet er krachtig en comfortabel uit zien. Hij is statisch. Een ander zou er zin in kunnen krijgen om hem ook zo uit te oefenen. Met een glimlach op je gezicht. En het gaat er om dat je hem sierlijk en zo lang mogelijk aanhoudt, waarbij je de energie in je lichaam voelt stromen en je aandacht gericht is naar binnen. Bijvoorbeeld door dharana op nada. Een asana doe je niet op wilskracht, maar op overgave. Voor de perfecte asana word je eerst geholpen door een leraar, vervolgens kun je hem zelf oproepen, door de sanskriet naam aan te roepen. Een asana werkt niet alleen in op het fysieke lichaam (je wordt er sterker en soepeler van), maar ook op je chakra's, de energiecentra in je lichaam.
"Mam, zullen we de mayurasana doen?", vraagt mijn zoon regelmatig bij de dagelijkse yogasessies. Hij weet dat ik de natuurlijke neiging heb om alleen de asana's te doen die ik goed kan. En de mayurasana is dat duidelijk niet. Dat bracht ons er toe om er een topyogasessie van te maken. Iedereen mocht een asana voorstellen waar hij heel veel zin in heeft en eentje die hij verafschuwt. Want zo beseften we: van de lastige asana's kun je het meeste leren. Daar zit je blokkade en tegelijkertijd je uitdaging. Dat wordt 10 seconden de mayurasana (met een glimlach op mijn gezicht!).
Reacties
Een reactie posten